zaterdag, september 28, 2013

Drieluik lokt Brazilianen naar boekwinkel

Stond afgelopen week in de krant.
-------------------------------------------------------------
Brazilianen zijn bepaald geen boekenwurmen. Volgens het Braziliaanse ministerie van Onderwijs lezen ze gemiddeld maar twee boeken per jaar.

Toch zit de Braziliaanse uitgeversmarkt, die komende maand centraal staat op 's werelds grootste boekenbeurs in Frankfurt, de laatste jaren wel flink in de lift. Dat is mede te danken aan het ongekende succes van het literaire fenomeen Laurentino Gomes.

De Braziliaanse historicus staat al zes jaar in de top van de bestsellerlijsten met zijn drieluik '1808', '1822' en '1889'. Het eerste deel is onlangs in het Engels vertaald ('1808, The Flight of the Emperor') en verkrijgbaar in Nederland. Het boek is even vermakelijk als leerzaam, een aanrader voor wie het gastland van het komende WK en Olympische Spelen beter wil begrijpen.

Zo stelt Gomes dat Brazilië zonder Napoleon waarschijnlijk niet zo'n gigantisch land was geworden. Het Portugese koningshuis vlucht eind 1807 halsoverkop naar kolonie Brazilië als het leger van de kleine Franse keizer in aantocht is.

In 1808 meren de Portugezen aan in hun nieuwe hoofdstad Rio de Janeiro. Terwijl de Spaanse helft van Zuid-Amerika daarna in een tiental republieken uiteenspat, blijft het diverse Brazilië wonderwel heel door de bindende aanwezigheid van de monarchie.

Verder heeft Gomes weinig positiefs te melden over de erfenis van de Portugezen. Zo zorgt hun eeuwenlange verbod op boeken en kranten ervoor dat Brazilië compleet ongeletterd is als de zoon van de Portugese koning de kolonie in 1822 onafhankelijk verklaart. "Een land dat alles had om een mislukking te worden," concludeert deel twee van de vlot geschreven serie.

In het derde deel lezen we dat Brazilië de valse start niet te boven komt. Ook nadat de slavernij en de monarchie in 1889 zijn afgeschaft, wordt het overgrote deel van de Brazilianen analfabeet gehouden. “Het werd een republiek die zijn bevolking buitenspel zette”, aldus Gomes.

Zelfs nu, 124 jaar later, is ruim twee derde van de Brazilianen niet in staat om een boek goed te begrijpen. Gomes is voorlopig dan ook één van de weinige Braziliaanse schrijvers die kan leven van zijn beroep.

donderdag, september 12, 2013

Noodkreet Braziliaanse jager-verzamelaars

Uit De Telegraaf van vandaag.
---------------------------------------------------------------------
Het Braziliaanse leger is met tanks, helikopters en zevenhonderd militairen uitgerukt naar het reservaat van de bedreigde Awá-Guajá-indianen, één van de laatste nomadenvolkeren van het Braziliaanse Amazonewoud.

Afgelopen week meldde milieuautoriteit Ibama dat met hulp van het leger zeventien illegale houtzagerijen zijn gesloten bij het Gurupi-reservaat, dat even groot is als de provincie Utrecht. Maar binnen het indianengebied worden de vierhonderd overgebleven Awá-Guajá nog steeds opgejaagd door houthakkers en pistoleros.

"We worden omsingeld", zo stuurt stamlid Pire'i Ma'a Awá via lokale indianenbeschermers een noodkreet naar deze krant. "We willen dat de troepen alle indringers verwijderen. Het duurt veel te lang."

De Awá-Guajá, ook wel bekend als 'de onzichtbare indianen', zijn jager-verzamelaars die zich eeuwenlang verstopt hielden in de tropische oerwouden van de noordoostelijke deelstaat Maranhão.

In de jaren tachtig werd hun isolement ruw verstoord door de ontdekking van 's werelds grootste ijzerertsvoorraden bij Carajás, dat 350 kilometer verderop ligt. Dankzij leningen van de EU en de Wereldbank legde de Braziliaanse regering een negenhonderd kilometer lange spoorlijn aan van de mijnen naar de haven van São Luis, waar het ijzererts naar Rotterdam en China wordt verscheept.

Sindsdien denderen kilometerslange treinen van de Braziliaanse mijnbouwreus Vale dwars door het indianengebied. Toch heeft ongeveer een kwart van de stamleden nog nooit contact met blanken gehad.

In 1993 kregen de Awá-Guajá - inmiddels gedecimeerd door griepbesmettingen, malaria en moordpartijen - het reservaat toegewezen. Desondanks bouwden houthakkers en boeren daarna nog drie nederzettingen in het indianengebied, dat door hun toedoen inmiddels voor 30% ontbost is.

“De vrachtwagens nemen alle bomen mee. Ze maken een hoop lawaai en verjagen de wilde zwijnen. Er is geen wild meer om op te jagen en mijn kinderen hebben honger”, aldus de wanhopige Pire'i Ma'a Awá.

Een Braziliaanse rechter vonniste vorig jaar maart dat de illegale kolonisten binnen twaalf maanden het reservaat moeten verlaten. Een halfjaar na het verstrijken van de deadline is dit nog niet gebeurd. Met pijl en boog bewapende Awá-Guajá dreigen het vonnis zelf af te dwingen als het leger niet snel ingrijpt.

"In december begint het regenseizoen, voor die tijd moet de evacuatie zijn afgerond", zegt Sarah Shenker van Survival International, een mensenrechtenorganisatie die met steun van Hollywood-sterren als Colin Firth en Gillian Anderson campagne voert voor 'de meest bedreigde stam ter wereld'.

Fotocredits: Survival International