zaterdag, april 19, 2008

'Derde generatie biobrandstof inzetbaar'

Van de week liep ik in São Paulo een dagje mee met een Nederlandse handelsmissie, hetgeen onverwachts uitliep op een spoedcursus algenkunde. Met onderstaand verhaal voor de economiepagina's als resultaat.
--------------------------------------------------------------------------------
Dat politici de tel wel eens kwijtraken bij de over elkaar heen buitelende 'generaties' biobrandstoffen, bleek van de week op een persconferentie van de Nederlandse handelsmissie in Brazilië.

Wanneer handelsminister Frank Heemskerk rept over een derde generatie groene brandstof en deze krant om toelichting vraagt, lacht hij hartelijk: "Ik maakte een grapje, er is helemaal geen derde generatie. Maar die komt vast nog. En een vierde en een vijfde. Ik leer mijn dochtertje tellen via biobrandstoffen!"

Even later wordt een verbaasde Heemskerk bijgepraat door Carel Callenbach, een meegereisde ondernemer die pioniert in algendiesel, ook wel ‘de derde generatie biobrandstof’ genoemd.

Terwijl de eerste generatie (van soja, suikerriet, koolzaad) wordt verweten de voedselprijzen op te drijven, is volgens de directeur van het Gelderse biotechnologiebedrijf Ingrepro ook op de tweede (gemaakt van cellulose houdende biomassa zoals houtsnippers bij voorbeeld) het nodige aan te merken.

“De zogeheten tweede generatie is op zijn vroegst in 2015 breed inzetbaar, de derde nu al. Voor de tweede heb je nog altijd biomassa nodig. In Indonesië hakken sprokkelaars van houtresten er al bomen voor om. Alleen de derde is echt duurzaam. Voor algenkweek heb je alleen afvalwater nodig.”

Algen groeien razendsnel en dat op een bescheiden dieet van zonlicht, CO2 en bepaalde afvalstromen. Daarbij bevatten ze veel olie: per hectare tot tien keer meer dan ‘traditionele’ energiegewassen. Voor een kweekvijver is geen vruchtbare grond nodig.

Een hectare algen is jaarlijks goed voor het omzetten van 100 ton broeikasgas in ruim 15 ton biodiesel. Restproducten: zuurstof en schoon water. De efficiënte eencellige plantjes gedijen ook in zout water. Oliebedrijf Shell startte onlangs een proef met algenkweek in zeewater bij Hawai.

Ingrepro is Europa’s grootste algenproducent en gaat na Maleisië nu ook in Brazilië de boer op. “Het land heeft veel zonuren, een cultuur van biobrandstoffen en goede verbindingen met Rotterdam.”

Callenbach vertelt de Brazilianen over zijn ‘Powerfarm’ in thuisbasis Borculo, een open vijver naast een mestsilo waarin de varkensmest leeg stroomt (“beetje bij beetje zodat het niet stinkt”).

De algendrab wordt geoogst met een centrifuge en uit de gedroogde algenvlokken wordt de olie geperst. “In plaats van recyclen doen we aan ‘upcyclen’”, zegt de agrarisch econoom die graag een algenbeschuitje mag eten (“smaakt naar peterselie”). Algenolie wordt al jaren in medicijnen, diervoeder en voedingssupplementen verwerkt.

De Powerfarm: algenkweek naast een mestschuur in Borculo (foto: Ingrepro)

Ook afvalstromen van zuivel- en ethanolfabrieken (handig in Brazilië) kunnen op locatie worden opgewerkt. Verder gaat Ingrepro het rioolwater van “een middelgrote Nederlandse gemeente” tot algenolie verwerken. Zutphen heeft interesse getoond. En het water- en rioleringsbedrijf van Rio de Janeiro bestelde eergisteren een proefopstelling.

“Nu krijgen we nog betaald voor het verwerken van varkensmest en rioolwater, maar in de toekomst zal dat andersom zijn. Waterzuiveringsbedrijven kunnen op den duur wel sluiten.”

En de haken en ogen dan? Dr. Peter Zuurbier van de Universiteit Wageningen doet in Brazilië onderzoek naar biobrandstoffen. “Algenbrandstof zit nog in de experimentele fase, maar ik zie grote mogelijkheden.”

Een hoge ambtenaar van het ministerie van VROM: “Dit is geen hol verhaal. Maar algendiesel bedreigt gevestigde belangen en moet de politiek nog achter zich krijgen.”

Sceptici wijzen op de kwetsbaarheid van algenpopulaties in open vijvers, die van slag zouden raken door kikkers en vogelpoep. En gesloten, overdekte kweeksystemen zijn (nog) te duur om te concurreren met olie.

Callenbach: “We werken al acht jaar met open vijvers. Er zijn genoeg algensoorten die daarin uitstekend groeien. Er wordt veel laboratoriumonderzoek naar algen gedaan, maar weinigen gaan gewoon de boer op zoals wij. Buiten gekweekte algen zijn de brandstof van de toekomst.”

Carel Callenbach (r.) en Peter Zuurbier

Geen opmerkingen: